Als gevolg van zoutwinning treedt onvermijdelijk bodemdaling op. De enige manier om zeker te weten hoeveel precies, is meten. Frisia heeft daarvoor een uitgebreid meetprogramma, dat zowel op zee als op land de effecten meet en bewaakt.
Op basis van eerdere boringen worden voor de start van de winning natuurlijk al prognoses gemaakt. De vergunning van Frisia gaat uit van een bodemdaling van 2 cm tot in de veerhaven van Harlingen. Onder de stad zal zich dus een lichtere mate van bodemdaling uitstrekken. Om te bewaken dat de daling en de scheefstand ruimschoots binnen de geldende schadecriteria blijven, zijn hierover in een Samenwerkingsovereenkomst concrete afspraken gemaakt.
In juli 2020 werd duidelijk dat Frisia op een andere locatie dan voorzien begint met het winnen van zout, namelijk op locatie HM-2. Die ligt noordoostelijker van de stad dan de oorspronkelijke startlocatie. De bodemdalingscontouren schuiven daardoor op, van de stad af, zoals te zien is op deze prognose (gebaseerd op de huidige inzichten en een productie van 16 miljoen ton zout uit deze caverne).
Eind 2021 zijn de bodemdalingscontouren opnieuw bijgesteld. Zie hier de laatste gegevens.
De vergunning van Frisia omvat maximaal nog 3 andere cavernes: HM-1, HM-1 STD en HM-3. Hoe de cumulatieve bodemdalingscontouren eruit komen te zien, is afhankelijk van de vraag of en welke andere cavernes nog worden gemaakt. Gezien de vergunningsvoorwaarden blijft de 2 cm bodemdaling in de veerhaven echter het maximum.
Sinds 1 juli 2020 zijn er twee landelijke schadeloketten. Eentje is voor het Groninger aardbevingsgebied en de andere is er voor alle andere gevallen, ongeacht of dat nu zoutwinning, gas, geothermie of de voormalige steenkoolwinning betreft. Het stroomschema voor schademeldingen laat dit zien. Als Harlinger ben je dus bij de Commissie Mijnbouwschade aan het enig juiste adres.
De commissie telt vier leden:
- voorzitter is jurist en oud-rechter mr. Rian Vogels
- Margriet Drijver (ervaring met sociaal-maatschappelijke vraagstukken bij woningcorporaties en zorgen van bewoners)
- Siefko Slob (expert in gebouwconstructies in relatie tot de ondergrond)
- Piet van Staalduinen (expert op het gebied van gebouwconstructies in relatie tot bodembeweging door onder meer mijnbouw)
Vergeleken met eerdere afhandeling van schades zijn er flinke veranderingen doorgevoerd. Het uitgangspunt van de Commissie Mijnbouwschade is dat de schade-afhandeling laagdrempelig, transparant, deskundig en onafhankelijk is. Bovendien neemt de commissie de bewijslast over van degene die de schade meldt. Meer informatie is te lezen op https://www.commissiemijnbouwschade.nl/
Zoekt u specifieke andere informatie, of kunt u het eenvoudig niet vinden, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl.
De laatste bezwaartermijnen inzake vergunningen van Frisia Zout verstreken al jaren geleden. De verkregen concessie is geldig tot 2052. Vanzelfsprekend moet het bedrijf al die tijd blijven voldoen aan de vergunningsvoorwaarden, zoals jaarlijkse rapportages over de bodemdaling. Vanuit het rijk houdt het Staatstoezicht op de Mijnen daar toezicht op.
Veel relevante documenten en vergunningen zijn na te lezen via www.frisiazoutharlingen.nl. Ook via www.nlog.nl zijn gegevens te vinden.
Zoekt u specifieke andere informatie, of kunt u het eenvoudig niet vinden, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl.
Steenzout wordt 'de stroperigste steen in de aardkorst' genoemd. Het bezit namelijk een zeer merkwaardige eigenschap: aan de ene kant is het keihard, zodat het breekt onder een hamerslag, en aan de andere kant kan het vloeien als dikke stroop terwijl het desondanks helemaal in de vaste, kristallijnevorm blijft.
Die uitzonderlijke plasticiteit is onder andere het gevolg van de zwakke ionbindingen in NaCl, waardoor de ionen makkelijk langs elkaar kunnen glijden. Zodoende vormen zich zelden barsten en breuken in steenzout, en ze vloeien snel dicht wanneer ze wel ontstaan.
Verder heeft steenzout een bijzonder lage doorlatendheid. De 'poriën', die normaal in het zout aanwezig zijn, worden snel dichtgedrukt. Dat betekent dat je steenzout uit grote cavernes kunt oplossen zonder dat de pekel doordringt in het omliggende poreuze gesteente.
Op deze twee bijzondere eigenschappen van steenzout is de oplossingmijnbouw door Frisia gebaseerd.
Zoekt u meer of andere informatie over dit onderwerp, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl
Halverwege de jaren '90 startte Frisia Zout - toen nog Frima - in Noordwest-Fryslân met de winning van 1,2 miljoen ton zout per jaar. Dat vroeg een investering van 120 miljoen gulden en nog eens 40 miljoen voor een warmte-kracht centrale waarmee het bedrijf in de eigen energievoorziening kon voorzien.
De bodemdaling in Noordwest-Fryslân verliep veel sneller dan verwacht. De maximaal vergunde bodemdaling begon na 10 jaar al in zicht te komen. De infrastructuur en productielocatie van Frisia waren echter berekend op tientallen jaren van zoutwinning. Daarom werd rondgekeken naar alternatieve winningslocaties in de buurt.
In 2006 werd door een nieuw coalitieakkoord verplaatsing van de winning van land naar de Waddenzee voor de provincie acceptabel. Daarbij werden diverse opties bekeken. Het voorkeursalternatief van Frisia was 2/3 winning op zee, en 1/3 op land. Onder invloed van het ministerie EZ en de bestuurlijke omgeving werd in 2010 uiteindelijk gekozen voor 100% winning op zee. Daarmee werd de bedrijfseconomische activiteit veiliggesteld, terwijl de natuurwaarden van het Waddengebied werden geborgd door een monitoringsprogramma en het ‘hand aan de kraanprincipe’ in combinatie met een maximale gebruiksruimte voor bodemdaling.
Zoekt u specifieke andere informatie, of kunt u het eenvoudig niet vinden, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl.
In Nederland wordt zout gewonnen door oplosmijnbouw. Diep in de grond rond Harlingen zit de Zechstein zoutlaag. Via het pompstation op het terrein van Frisia Zout wordt zoet water in die laag ingebracht. Daardoor lost het steenzout op zodat een holte ontstaat: een 'caverne'.
Steenzout heeft een zeer bijzondere eigenschap: het 'vloeit', het 'kruipt'. Dat plastisch vloeigedrag zorgt dat de caverne langzaamaan weer dichtvloeit. De grootte van zo’n caverne kan dus min of meer constant gehouden worden door het
dichtstromen van de caverne te compenseren met de snelheid waarmee het zout opgelost en gewonnen wordt. Frisia brengt daarom continu zoet water in, en pompt het ontstane zoute water weer op. Bovengronds wordt dit pekelwater verdampt en droog zout blijft over. Dit zout is onder andere bestemd voor consumptie, en wordt gebruikt als onthardingszout, strooizout en grondstof voor de chemische industrie.
In de ondergrond blijft een met pekel gevulde zoutcaverne achter. Een dun laagje diesel (GTL) op de pekel beschermt het dak van de zoutcaverne onder de grond.
Zoutwinning zorgt voor bodemdaling, die meestal langzaam en gelijkmatig verloopt.
Zoekt u specifieke andere informatie, of kunt u het eenvoudig niet vinden, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl.
Dit is de gedachte dat bodemdaling snel en definitief stopt, zodra de winning wordt gestopt. Meet je nauwkeurig dat de bodemdaling de gevarenzone nadert, dan kun je nog tijdig stoppen door de winningskraan dicht te draaien. Bij gaswinning ijlt de bodemdaling echter nog na. Bij zoutwinning lijkt dat (veel) minder het geval te zijn.
Frisia laat op het Wad al frequent metingen doen. Zo kunnen we volgen of de bodemdaling zich volgens de prognose ontwikkelt. Wat Harlingen betreft is Frisia maximaal 2 cm daling in de haven vergund. Daarnaast hebben de partijen van de Pilot Harlingen afgesproken bij 0,8 mm scheefstand om tafel gaan. Bij 10 mm scheefstand gebeurt dat opnieuw. Op basis van de dán geldende kennis en inzichten wordt bekeken of en hoe verder zout kan worden gewonnen. Door die eerdere momenten van 'pas op de plaats' denken wij tijdig 'Hand aan de kraan' te kunnen inzetten.
Aardbevingen zoals bij de gaswinning zijn er bij zoutwinning niet. Maar helemaal zonder risico is zout winnen ook niet.
Een caverne kan (deels) instorten, wanneer de zoutlaag bóven de caverne niet dik genoeg wordt gehouden, of wanneer de wanden van de caverne niet stevig genoeg blijven omdat te dicht bij een andere caverne wordt geboord. Als dan bijvoorbeeld een stuk rots of zout uit het dak of wand van een caverne valt, kan dat aan het oppervlak trillingen geven.
Maar… Winschoten dan?
Bij een zoutcaverne in de buurt van Winschoten heeft het KNMI op 19 november 2017 vier aardbevingen gemeten, waarvan de zwaarste een kracht van 1,3 op de schaal van Richter had. De andere bevingen waren zo licht, dat de kracht niet was vast te stellen. Waar Frisia op kilometers diepte boort, waren deze bevingen op een diepte van ongeveer 400 meter. Of de bevingen een natuurlijke oorzaak hadden, of verband hielden met de zoutwinning, kon in het rapport van het KNMI niet worden vastgesteld.
Maar… Twente dan?
In Twente is inderdaad sprake van zinkgaten. Er werd in 1918 met zoutwinning begonnen en sindsdien veranderde de bodem tussen Enschede en Hengelo in een ‘gatenkaas’ met meer dan 60 cavernes, die bovendien met het inzicht en de kennis van toen werden gemaakt. Wanneer instabiele cavernes (gedeeltelijk) instorten, kunnen aan de oppervlakte zinkgaten ontstaan – een probleem waar AkzoNobel nu mee worstelt. Door de andere omstandigheden en de betere technieken zijn situaties als in Twente bij Harlingen echter niet te verwachten.
Zoekt u andere of meer specifieke informatie, of kunt u het eenvoudig niet vinden, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl
Op het Wad werd al gemeten vóór Frisia startte met de boring. Dat was voor de stad ook het plan. Ontwerp van het Aanvullend Meetnet voor Harlingen, financiering ervan, vergunningen, aanbesteding en uitvoering hebben echter meer tijd gevraagd dan gedacht. Omdat de bodemdaling de eerstkomende jaren de stad nog niet zal bereiken, is er echter ruim voldoende tijd de 'nulsituatie' van de stad in kaart te brengen.
In 2018 zijn al wel de metingen op het Wad gestart. De resultaten daarvan worden jaarlijks gescreend door een Auditcommissie. Goedkeuring van de meetmethodes was voorwaarde voor Frisia om te mogen starten met de winning. De rapporten over zowel 2018, 2019 als 2020 zijn na diverse aanscherpingen goedgekeurd.
Het Aanvullend Meetnet voor de stad is deels in december 2020 aangelegd. Vanwege de lange levertijd van bepaalde fijngevoelige meetapparatuur volgde de installatie van de tiltmeters pas in de loop van 2021. Eind 2021 was alle apparatuur geplaatst, maar leverden 2 punten niet of niet constant gegevens: de ene omdat Liander de stroomtoevoer nog niet leverde, de andere omdat de internetverbinding haperde.
De meetresultaten zullen voor elke belangstellende op deze website te zien zijn. Om de gegevens voor een groot publiek begrijpelijk te maken verzorgen Antea en Holland Innovation Team de duiding erbij.
De Pilot Harlingen wil schade aan de stad voorkomen. Ontstaat die tóch, dan moet duidelijk zijn hoe de schade wordt gerepareerd of vergoed. Daarom is van belang dat huiseigenaren kunnen aantonen wat de conditie van hun pand was vóór de bodemdaling zich voordeed.
In dat kader laat de Pilot Harlingen een nulmeting doen van het exterieur van bebouwing in de binnenstad. De metingen worden uitgevoerd door het bedrijf Aeroscan, dat ervaring heeft met monumentaal erfgoed. In eerste instantie wordt een proef gedaan met de Zoutsloot en omgeving. Voldoet de proef aan de verwachtingen, dan volgt ook de rest van de binnenstad. Voorwaarde is wel dat het ministerie van EZK/SodM en de Commissie Mijnbouwschade de metingen accepteren als bewijsmateriaal.
Aeroscan produceert van alle bebouwing fotografie en 3D-data. Fotografie vanuit de lucht en met een statische laserscanner vanaf de grond en pointcloud vanaf de grond. Samen levert dit een accuraat 3D-model op: een totale geometrische reconstructie van het gebied. De gecertificeerde nauwkeurigheid van de laserscanner is er een van <2mm. De volledige nulmeting wordt na verwerking versleuteld op een datadrager ondergebracht bij een notaris.
Door deze nulmeting in de toekomst te herhalen wordt inzichtelijk welke gebreken of deformaties al aanwezig waren, en welke nieuw zijn. Gecombineerd met de gegevens van de ondergrondse metingen bevordert dit een soepele afwikkeling van eventuele schade.
Het Aanvullend Meetnet bestaat uit 16 meetpunten. Die worden, vanuit de puntbron op zee gerekend, op een rechte lijn tot in de binnenstad van Harlingen geplaatst.
De 16 meetpunten zijn verdeeld over 5 locaties:
a. Eén op het pleistoceen gefundeerde 'borehole' tiltmeter en één op het maaiveld geplaatste versnellingsmeter, beiden nabij de camperplaats bij de Tsjerk Hiddeszsluizen;
b. Vier tiltmeters in de kelder van een historisch pand aan de Zoutsloot, met in de tuin een peilbuis die het freatisch waterpeil meet;
c. Vier tiltmeters in de kelder van een historisch pand op de Rommelhaven, met aan de noordzijde van de Rommelhaven een peilbuis die het waterpeil in de pleistocene laag meet;
d. Eén gecombineerde tilt- en versnellingsmeter op het maaiveld in de William Boothstraat, met daarbij een peilbuis die het freatisch waterpeil meet;
e. Eén in het pleistoceen verankerde 'borehole' tiltmeter in de Fabrieksstraat, met daarbij een versnellingsmeter op het maaiveld.
Een schematische weergave van het Aanvullend Meetnet is hier te zien.
Het Aanvullend Meetnet is ontworpen door drs Peter van der Gaag van Holland Innovation Team uit Rotterdam. Hij is op verzoek van de SBHH door Frisia Zout voor deze klus ingehuurd. Het apparatuur van het Aanvullend Meetnet is in 2020 en in 2021 geplaatst en operationeel gemaakt. Sinds zomer 2021 komen de eerste data binnen. Dat is jaren voordat de bodemdaling Harlingen zal bereiken. De nulsituatie van de stad kan dus uitgebreid in kaart worden gebracht.
Zoekt u meer of andere informatie over dit onderwerp, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl
Het eerste doel van het meetnet is om bij schade zoutwinning als oorzaak te kunnen aanwijzen of juist uit te sluiten.
Sommige meters zitten daarom ca. 20 meter onder de grond verankerd, op de pleistocene laag. Andere zitten juist op maaiveldniveau. Zakken de diepe en de ondiepe meters gelijkmatig, dan zal zoutwinning de oorzaak van de daling zijn. Is er op maaiveldniveau een verzakking terwijl de diepe meters níet zakken, dan ligt de oorzaak daar ergens tussenin, in de ondiepe bodem.
In dat laatste geval zou de schade bijvoorbeeld veroorzaakt kunnen worden door zetting van het huis, door inklinking, door bouw-, graaf- of ontwateringswerkzaamheden in de buurt, door verandering van het grondwaterpeil, door een stijgende grondwaterstand als gevolg van autonome bodemdaling of nog andere redenen. Om oorzaken in verband met de waterstand te kunnen herkennen maken ook verschillende waterpeilbuizen onderdeel uit van het meetnet.
In 2018 publiceerde het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) het rapport 'Staat van de sector zout'. Dit gebeurde vanwege de toegenomen maatschappelijke behoefte aan openheid.
In het rapport beschrijft SodM twee categorieën risico’s voor de leefomgeving: bodemdaling en verontreiniging:
Wat betreft bodemdaling gaat het in elk geval om geleidelijke bodemdaling, die zich in de loop van jaren voltrekt. Hierbij daalt de bodem over een kilometers groot gebied met maximaal enkele centimeters tot decimeters. Doordat de zoutlaag rond de caverne iets dunner wordt, daalt de bovengrond. De daling is recht boven de caverne het grootst. Hoe verder van de caverne, hoe minder de bodemdaling. Bodemdaling leidt soms aan schade aan gebouwen, infrastructuur of de natuur. Met name in de waterhuishouding zijn soms aanpassingen nodig.
Ook na beëindiging van de winning, en zelfs na het afsluiten van de caverne, kan nog bodemdaling optreden. Ook wanneer de caverne niet meer actief wordt gebruikt ‘stroomt’ nog zout uit de omgeving toe. Mogelijk kan dit duizenden jaren duren, waarbij de bodem daalt in de orde van enkele decimeters.
Naast de geleidelijke kan er ook plotselinge bodemdaling zijn. Dat kan een proces van enkele uren of enkele maanden zijn, waarin forse en zeer lokale effecten kunnen optreden.
Wat betreft verontreiniging valt te denken aan het produceren en transporteren van stoffen zoals zout, pekel en dieselolie (tegenwoordig GTL). Daarbij bestaat een risico op verontreiniging van de omgeving: bovengronds door lekkage van leidingen, of ondergronds door een lekkage uit de put of de caverne.
Meer lezen?
Voor het hele hoofdstuk over risico's van zoutwinning, klik hier.
Om de risico's specifiek voor de Harlinger situatie te lezen, klik hier.
Voor het hele rapport 'Staat van de sector zout', klik hier.
Zoekt u meer of andere informatie over dit onderwerp, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl.
In de Samenwerkingsovereenkomst is afgesproken dat Frisia - aanvullend op het meetnet in de Waddenzee - ook in Harlingen een meetnet aanlegt. Dat moet uitwijzen of eventuele bodemdaling en/of schade al of niet is toe te schrijven aan de zoutwinning.
Om onverhoopte schade beter te kunnen aantonen worden ook bóvengronds metingen gedaan. Een eerste proef met het gedetailleerd vastleggen van de binnenstad is gedaan in januari 2022. Zowel vanaf straatniveau als vanuit de lucht (drone) wordt de bebouwing in zeer hoge resolutie gefotografeerd. Mocht er later schade worden geconstateerd, dan kan die worden vergeleken met de situatie vóór de bodemdaling als gevolg van zoutwinning Harlingen bereikte.
In aanvulling hierop wordt met name vanuit de Stichting Bescherming Historisch Harlingen nog bekeken of en hoe huiseigenaren hun pand zinvol en juridisch houdbaar kunnen documenteren. Volg ontwikkelingen op dit vlak via https://www.sbhh.nl
Landelijk is de trend dat schademelders 'ontzorgd' moeten worden. Dit naar aanleiding van de situatie in Groningen, waar huiseigenaren met schade te vaak en te lang tussen wal en schip vielen. Het nieuwe landelijke schadeloket, dat voor een betere afhandeling van meldingen moet zorgen, is inmiddels ook voor schade als gevolg van zoutwinning actief. Zie verder https://www.commissiemijnbouwschade.nl/
Zoekt u andere of meer specifieke informatie, of kunt u het eenvoudig niet vinden, dan proberen we daar graag in te voorzien. Neem in dat geval contact op via info@pilotharlingen.nl.